bayo boerboels  
 
 
 
 
Informatie


Op deze pagina vindt u informatie welke gerelateerd kan zijn aan het Zuid-Afrikaanse ras, de Boerboel, ofwel aan de hond in zijn algemeenheid.


  • Karakter
  • Rasstandaard
  • Geschiedenis

Het karakter van de Boerboel.

Het volgende stuk baseer ik op mijn ervaringen die ik de afgelopen jaren heb opgedaan met de Boerboels die ik ben tegengekomen, heb opgevoed en gefokt. Daarnaast heb ik de nodige literatuur gelezen en lezingen over gedrag en genetica bijgewoond, die de basis hebben gevormd van mijn mening en kennis over het ontwikkelen van bepaalde gedragingen bij de hond.

De invloed van genen.
De Boerboels die wij hebben opgevoed, gefokt en hebben mogen ontmoeten, zijn niet alleen verschillend van uiterlijke kenmerken, maar bovenal ook heel verschillend van karakter. Een grote rol hierin speelt uiteraard onder andere opvoeding, socialisatie en plaats in de roedel.
Een ander belangrijke component is de genetische bagage. Men denkt dat het karakter voor een groot deel genetisch bepaald wordt, dat ondanks de omgevingsfactoren het zich zo zal vormen, zoals reeds in de embryo genetisch vastligt. Ikzelf geloof hier heilig in. De reden hiervan is dat we in het verleden een nest gefokt hebben, waarvan bijna iedere pup, op een enkele uitzondering na, een bepaalde vorm van agressie heeft ontwikkeld. Deze pups groeiden op in verschillende gezinnen en kregen zodoende een verschillende opvoeding en maakten andere dingen mee. Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk dat al deze pups een verkeerde opvoeding hebben gehad of slecht gesocialiseerd zijn. Dat het gedrag genetisch vastgelegen heeft, lijkt mij veel waarschijnlijker.
Zo zie ik ook bij mijn eigen honden een duidelijk verschil in karakter, die naar mijn weten allemaal nagenoeg dezelfde opvoeding en socialisatie hebben gehad. Ditzelfde ben ik tegengekomen bij andere fokkers (ook in Zuid-Afrika): alle Boerboels in eenzelfde omgeving opgegroeid en sommige groeien uit tot rotzakken, anderen vluchten weg als je in de buurt komt en dan zijn er natuurlijk nog de gemoedelijke types die denken dat ze gefokt zijn om te dienen als schoothond! De karakters die ik zojuist geschetst heb zijn extremen en men moet weten dat het gros van de Boerboels genuanceerdere karaktereigenschappen heeft.
Nu denkt men misschien dat het fokken met twee vriendelijke en sociale Boerboels zal leiden tot pups met eenzelfde karakter. Niets is helaas minder waar. De twee Boerboels kunnen beiden een genetische bagage hebben met mogelijk andere karaktereigenschappen afkomstig van de voorouders. Wanneer deze twee honden gekruist worden, zal dit in een bepaald percentage van de pups naar voren komen. Dit maakt het fokken van bepaalde karaktereigenschappen zo ontzettend moeilijk en onmogelijk om een eigenschap 100% terug te zien in je pups.

Agressie.
Wederom bespreek ik voor het gemak en de duidelijkheid de extremen. Door de jaren heen ben ik regelmatig angstige en agressieve Boerboels tegengekomen, in het bezit geweest van en gefokt. In mijn ogen is de scheidslijn tussen angstig en agressief gedrag zeer dun. Agressief gedrag ontwikkelt zich namelijk vaak bij een angstige hond als een defensief middel: “Als ik maar groot doe en veel lawaai maak, dan blijven die enge mensen wel op een afstand.” Hoe je als eigenaar omgaat met een van nature angstige hond, zal bepalend zijn in hoe zich dit gedrag verder ontwikkelt. Onzeker zal de hond enigszins blijven, maar of de hond, en in welke omvang, defensief gedrag ontwikkelt, zal afhangen van de omgevingsaspecten: hanteert de baas bijvoorbeeld “de regels van de roedel” dat maakt dat hij een echte leider is.
Dan zijn er ook nog de dominant-agressieven. Dit is een zelfzekere hond die de leiding wil nemen. Als de eigenaar niet in staat is leider te zijn van zijn hond zal deze de leiding overnemen. Dit uit zich dan vaak in een bepaalde vorm van agressie.

De volwassen Boerboel.
De Boerboel is een hond die pas laat mentaal volwassen is, waardoor het volledig ontwikkelde karakter zich pas kan openbaren op ongeveer driejarige leeftijd.
Veel mensen spreken over de “switch”. Dit zou betekenen dat de hond van het ene op het andere moment, of van de ene op de andere dag, van een lieve vrolijke hond omslaat in een monster dat alles in zijn omgeving wil aanvallen. Hier geloof ik niet in. Ik denk dat zo’n hond al veel eerder bepaalde signalen afgeeft, dat hij zich in een zekere richting aan het ontwikkelen is of aanleg heeft voor een bepaalde karaktereigenschap. De eigenaar merkt dit gedrag echter pas in een later stadium duidelijk op. Het ontstaan van gedrag gaat namelijk langzaamaan en is moeilijk te interpreteren of überhaupt op te merken. Daarbij zijn wij mensen niet in staat op dezelfde manier te communiceren als honden, ook al denken misschien velen dat ze dit wel kunnen.
De genetische bagage is bepalend in wat voor richting het karakter zich ontwikkelt. De mate en het moment waarin het zich openbaart, is afhankelijk van omgevingsfactoren en leeftijd.


Aangezien ik geen gedragsdeskundige ben en al helemaal geen geneticus, is het misschien verstandig, indien je nieuwsgierig geworden bent, deze pagina’s eens te bekijken:

  1. http://www.el-minjas.com/hondengedrag.htm
  2. http://www.dogweb.nl/gedrag/inhoud.html
  3. http://www.gencouns.nl/artikelen/1996%20Erfelijkheid%20en%20gedrag.pdf

Het ideale karakter van de Boerboel.
Het mag duidelijk zijn dat bovenstaande beschreven karaktereigenschappen niet tot mijn ideaal behoren. In mijn ogen hoort een Boerboel een kalme, stabiele hond te zijn die graag bij zijn “familie” is. Hij heeft een sterk waakinstinct dat absoluut niet aangewakkerd hoeft te worden. Wanneer zijn eigenaren thuis zijn, zal hij niet of nauwelijks blaffen. Als hij blaft is dit om zijn familie te waarschuwen dat er iets of iemand is en zij vervolgens kunnen bepalen wat ze “ermee doen”. Als het bezoek oké wordt bevonden en wordt binnengelaten, accepteert de Boerboel dit en is vriendelijk. Hij is niet argwanend of terughoudend tegenover vreemden. Dit duidt in mijn ogen namelijk op een onzekere hond, wat de Boerboel niet hoort te zijn. De Boerboel houdt ervan om met zijn familie er op uit te trekken en heeft dagelijks zeker wat activiteit nodig. Hij is actief en speels buiten en gedraagt zich binnen rustig en lekker lui. Wanneer het echt nodig is, hoort de Boerboel in de bres te springen voor zijn familie.

Karakter volgens de rasstandaard SABT (2008).
Temperament en karaktereigenschappen: De Boerboel is hanteerbaar, betrouwbaar, gehoorzaam, intelligent met een sterke beschermingsdrang. De Boerboel is zelfverzekerd en vreesloos. Onbeheerste, agressieve en bange Boerboels zijn onaanvaardbaar. (vrije vertaling)

Karakter volgens de rasstandaard Boerboel International (2008).
Temperament en karakter: De Boerboel is intelligent, leerbaar and hanteerbaar. De Boerboel heeft een sterke beschermingsdrang en is trouw naar de leden van het gezin. De Boerboel is standvastig en rustig en is stabiel en zelfzeker wanneer hij wordt benaderd. De Boerboel is vreesloos en moedig wanneer hij bedreigd wordt. De Boerboel heeft vanaf jonge leeftijd een strikte opvoeding nodig. (vrije vertaling)

De rasstandaard is opgesteld door de Zuid-Afrikaanse fokkersvereniging, de S.A.B.T. (Suid Afrikaanse Boerboel Telersvereniging). Op hun site kunt u deze standaard terugvinden.
Jaarlijks vinden er aankeuringen in Europa plaats waar de aanwezige honden aan de hand van de standaard worden beoordeeld. Voor keurdata verwijs ik u naar het Europese kantoor van de S.A.B.T. in België.

De Boerboel Geschiedenis door Johan du Preez
(vertaling Guido Penders)

Het verklarende Afrikaanse woordenboek beschrijft de Boerboel als "een frisgeboude waghond wat na een Bulhond lijkt". HAT beschrijft de Boerboel als "een groot plaashond van onsekere herkoms". Wanneer de Boerboel precies ontstaan is, en wie de eerste Boerboel gefokt heeft, is onbekend.
Wat wel bekend is, is dat al 150 jaar de Boerboel gefokt wordt, zonder dat hij zich officieel heeft kunnen onderscheiden van andere hondenrassen.
Op zaterdag 20 oktober 1984 hebben 7 personen in een kleine zitkamer van de "Laerskool op Senekal" in de Vrijstaat onder leiding van Johan de Jager van Utrecht uit Natal een vereniging gesticht om de Boerboel te veredelen, te distantiëren van andere al bestaande erkende hondenrassen, te fokken volgens de neergelegde rasstandaard en de Boerboel te laten erkennen door de KUSA.
Nogal wat krediet moet gegeven worden aan Dr. Daan Marais voor zijn zorgvuldig onderzoek betreffende het enige hondenras dat ooit in Zuid-Afrika ontstaan is, de Boerboel. De geschiedenis van de Afrikaanse natie en de herkomst van de Boerboel blijkt nauw met elkaar verweven.
Wanneer men gaat zoeken naar de herkomst van de Boerboel zal men vele paden moeten bewandelen om alle verspreide informatie bij elkaar te sprokkelen en vervolgens deze informatie te gebruiken om erachter te komen hoe de totstandkoming van de hedendaagse Boerboel heeft plaatsgevonden.

Dat honden al meer dan 12.000 jaar bestaan, is algemeen bekend. Door middel van opgravingen en rotstekeningen weten we ook dat er toen al meerdere hondenrassen bestaan hebben. De Romeinen hebben bijvoorbeeld honden gehad die het vee dreven, honden die op wild joegen en waakhonden die ter bescherming dienden.
Ook de Egyptenaren hielden er 9.000 jaar geleden verschillende soorten honden op na. Waarschijnlijk werden deze honden voor dezelfde doeleinden gebruikt als de Romeinen dat deden. Ongeveer 2200 jaar voor Christus werd in Tibet een massieve hond gefokt, wat de voorouder van de Mastiff is geweest. Deze had een schouderhoogte van ongeveer 80 cm. en woog tussen de 90 en 100 kg. Deze honden werden opgeleid als vechters in de oorlog, waar talloze verhalen over moed en trouw geschreven zijn.
De oude Romeinen hebben deze dappere honden later nog gebruikt om ze laten vechten in de arena tegen beren en stieren.
De Mastiff is over de hele wereld verspreid geraakt, waaruit verschillende hondenrassen voortgekomen zijn. In het Verenigd Koninkrijk kruiste men de Mastiff met de Bulldog, wat geleid heeft tot het ontstaan van de Bullmastiff. Die werd uitsluitend gefokt om vee en wildgedierte te vangen. De Bullmastiff heeft een schouderhoogte van ongeveer 60 tot 68 cm. en weegt plusminus 65 kilogram.

Maar waar past de Boerboel nu eigenlijk tussen? De Boerboel staat net als de Mastiff en de Bullmastiff bekend om twee karaktereigenschappen, namelijk zijn dapperheid en zijn beschermingsinstinct tegenover zijn baasje(s) en familie.
Wanneer gekeken word naar de Zuid-Afrikaanse geschiedenis, zal men zien dat met de komst van de Hollanders in 1652, Jan van Riebeeck een Mastiff type hond meenam, een zogenaamde "Bullenbijter". Of deze hond een wezenlijke invloed gehad heeft, op het ontstaan van de Boerboel, is te betwijfelen.
Ten tijde van de komst van de kolonisten naar de kaap was het enige hondenras in het land een langbenig type. Deze werd gebruikt door Hottentotten en strandlopers om ermee te jagen.
Er is veel minder bekend over wat de bijdrage geweest moet zijn van de Franse Hugenoten en Duitse immigranten uit hun vaderland. Wat is hun inbreng geweest op de hondenpopulatie in toenmalig Zuid-Afrika?
Ongeveer 200 jaar na de komst van Jan van Riebeeck in Zuid-Afrika was er een type hond ontstaan welke bekend stond als de "Boerhond". Deze hond had nog maar weinig "Boel-bloed" in zich. Hij was vrij goed gespierd, stond tamelijk hoog op de benen en had een lang lijf. Soms had hij de oren rechtop staan. Deze hond werd voor jachtdoeleinden gebruikt. Men zegt zelfs om leeuwen en luipaarden te doden. Hij was bekend om zijn uithoudingsvermogen en vechteigenschappen. De "Boerhond" werd door de kolonisten gebruikt om roofdieren te vangen. Deze hond moet een voorouder zijn geweest van de Rhodesian Ridgeback.
Met name door groot wildjagers, avonturiers, handelaren en ontdekkingsreizigers werden groepen honden gehouden. Er werd door hen vermoed dat deze honden beslist woestijn windhond (Saluki) -bloed hadden. Deze hond belandde ook vaker op schepen, doordat hij werd verkwanseld aan zeevaarders en slavenhandelaren die de Kaap aandeden met hun schepen.
Als men de honden op schilderijen uit die tijd bestudeert zal men tot de conclusie komen dat deze iets gemeenschappelijks hebben. De "Boerhond" had veelal een bruine, in verscheidene schakeringen, en bruingestreepte vacht. Af en toe kwamen er honden voor met een bles en / of witte voeten of een bontgekleurde vacht.
Met de komst van de Britse kolonisten in 1820 werd een nieuw tijdperk ingeluid. Er ontstond een nieuw hondenras. De kolonisten uit het Verenigd Koninkrijk waren fantastische hondenliefhebbers. Het was voor hen ook niet ongewoon om de kost in het veld te verdienen en deze later met hun hond te delen. Op dit punt is het alom bekende gezegde ontstaan: "a man's best friend". De kolonisten hebben hun honden meegebracht naar de Kaapkolonie. Zij hebben zich toen aan de Oostgrens gevestigd en tot op de dag van vandaag wonen daar nog altijd een groot deel van de nazaten van deze kolonisten. Er is daar een grote verscheidenheid in honden ontstaan. Er werden Collies, Bulldogs, Bullmastiffs, Terriërs en nog andere hondenrassen samengebracht.
Zoals iedere man zijn vrouw bemint, zo heeft de kolonist ook zijn eigen ras lief gehad. Voor de boeren was het nieuwe soort hond als een blinkend stuk speelgoed voor de kinderen. Elk denkbaar plan werd beraamd om in het bezit te komen van een dergelijk soort hond. Er is zelfs een verhaal bekend van een handelaar uit Zuidoost Vrijstaat, die tijdens een reis één van zijn ossen verruilde voor een "Boel" (Bullmastiff).
De boeren zijn begonnen om de rassen met elkaar te kruisen. Twee rassen waren zeer gewild. Het waren de Bullmastiff en de Bulldog. De boeren waren onder de indruk over het gebruik van hun vernuft en kracht om zelfs weerbarstige ossen en stieren op hun plek te krijgen.
De Grote Trek begon en honderden boeren verlieten de Oostkaap om naar het binnenland te trekken. Dit had grote gevolgen voor de boeren toen men in 1833 de slaven vrijmaakte. De boeren hadden namelijk grote kuddes groot- en kleinvee en omdat zij de arbeidskracht van de slaven kwijt waren, werd in sommige gevallen het vee door de kinderen van de boer opgejaagd. Het onbekende binnenland met veel gevaren was nog woest en leeg. Het waren de honden van de trekkers die de roofdieren weghielden van het vee. Er zijn veel roofdieren geweest, die in het stof gebeten hebben na een confrontatie met "de vlugvoetige Boerhonde" en "de Boele".
Mijn overgrootvader heeft zich in het Rouxville-district gevestigd en heeft daar een mooie veeboerderij aangelegd. Het waren de Basoetoes die van tijd tot tijd strooptochten hielden gericht op de boerenplaatsen. Er kwamen dan vaker veewachters om en er werd geregeld vee buitgemaakt. Men moet weten dat in die jaren het land van de boeren nog niet omheind was. Er moest dus bedachtzaam op het vee gelet worden. 's Nachts werd het vee in een kraal gejaagd om het tegen roofdieren te beschermen. Van kleins af aan hebben de honden geleerd om samen met het vee in zo'n kraal te slapen om op deze manier bijtijds de boer te kunnen waarschuwen, wanneer er gevaar dreigde.
De Boerboel was, en is, een veelzijdige hond, een speelkameraad voor de kinderen, maar als er gevaar dreigde, deinsde hij er niet voor terug om een indringer te bevechten tot hij erbij neerviel. De Boerboel moest een goede geaardheid hebben. Dat wil zeggen dat je hem zijn hele leven moest kunnen vertrouwen en dat hij niet humeurig mocht zijn. De Bullmastiff en de Mastiff, voorouders van de Boerboel, waren beroemd geworden om deze goede eigenschappen.
Floris Pretorius, president van Birch Acres Hondeklub Kempton Park heeft met Charka, de Boerboel van Clive James, oefeningen op onbetaalde en vriendschappelijke basis gedaan. Hij leerde honden aan om elkaar te verdragen. Floris was zeer onder de indruk van Charka's sociale stabiliteit.
Hoe de Boerboel door onze voorouders gefokt is, verschilt niet veel van het hedendaagse fokbeleid. Deze dagen is er echter meer de neiging om de Boerboels wat hoger op de benen te fokken. De Boerboel uit mijn jeugdherinneringen was zeer compact, stevig, gespierd en beweeglijk. Hij had een brede borst zoals de Engelse Bulldog, dichte haarbedekking en dik los vel zoals de Mastiff. Omdat de Boerboel, niet zoals zijn Europese broers volgens een fokbeleid gefokt werd, maar in verschillende streken naar de behoeften van de fokker, hebben er verschillende types kunnen ontstaan. Na tientallen jaren begonnen de verschillende types uit Vrijstaat, Zuidwest, Natal en Zuid-Kaapland op 1 type te lijken. Er was wel nog enige variatie in kleur en grootte, maar het waren, onmiskenbaar, allemaal Boerboels.
Omdat de Boerboel de Grote Trek meegemaakt heeft, is hij verspreidt geraakt over geheel Zuid-Afrika. Er zijn uit die tijd talloze verhalen van heldendaden van Boerboels bekend en er zouden volledige boekdelen geschreven kunnen worden over Boerboels die nooit gehuiverd hebben om hun baasjes te beschermen. Zijn trouwheid en loyaliteit aan mensen in legendarisch. Sinds 1946 fok ik onafgebroken met de Boerboel en beschouw hem als een van de slimste hondenrassen.
Omdat de Boerboel nog niet bij de KUSA geregistreerd was, beschouwden ongeïnformeerde mensen dit ras als een dom ras. Maar een Boerboel, die uit zulke dappere, onverschrokkene en menslievende voorouders voortkomt hoeft zeker geen stap terug te doen voor welk enig ander ras ter wereld ook.
Tijdens de Anglo-Boere oorlog hebben vele honden deelgnomen in de slag. Van de honden die de Kakies bestormt hebben is een summier aantal doodgeschoten. Er zijn wel nog al wat goede honden in het bezit gekomen van zwarte mensen. Nadat de boerenhuizen waren afgebrand, vrouwen en kinderen naar concentratiekampen waren weggevoerd, namen deze vaak trouwe bediendes de zorg van de honden over, gedurende de strijd tussen de Britten en de boeren.
Na de strijd was het aantal Boerboels in Vrijstaat en Transvaal flink uitgedund. Woningen waren afgebrand en vee was afgevoerd. De boeren waren verarmd. Degenen die nog in het bezit waren van een Boel, toonden hun medeleven om er voor te zorgen dat de andere boeren geholpen werden om ook weer in het bezit te komen van zo'n Boel. Dit gebeurde alleen op vriendschappelijke basis. Er werd geen hond verkocht. In de tijd na de Anglo-Boere oorlog tot en met de veertigerjaren zijn er uitmuntende honden gefokt, met name in de Oost-Vrijstaat waar ik opgegroeid ben. Er waren daar enkele fokkers, die eerste klas Boerboels fokten. Dit waren onder andere: Van Niekerks uit Rosendal-Ficksburg, Fromemans uit Marquard, Fouries uit Rosendal en Kommissiepoort en Lamprechts uit Senekal-Steynrus.
Ook in Noord-Natal en Oost-Transvaal werden Boerboels gefokt, die van uitzonderlijke klasse waren, maar door onkunde en inteelt zijn de goede genen van deze goede honden teniet gedaan. In deze streken hebben ze dan ook geprobeerd om hun Boerboels weer nieuw leven in te blazen door te kruisen met vreemd bloed, zoals de Deense Dog en de Boxer. Dit heeft echter voor hen niet het gewenste resultaat opgeleverd, want de bastaardpups, afkomstig uit zo'n kruising, waren duidelijk te herkennen aan hun kop.

Het is de plicht van iedere fokker om kundig te fokken en geen ongewenste honden op deze wereld te zetten. Onthoudt goed dat jouw Boerboel geen speelgoed is, maar jouw beschermende schaduw die zeer weinig van je vraagt, maar je zal beschermen met zijn leven. Wees trots op je hond en laat de Boerboel, die samen met de boeren het land van Zuid-Afrika getemd heeft, nooit uitsterven.

"Groetnis",

Johan du Preez.